Minder werkdruk door groepshulpen
Als kinderopvangman in hart en nieren geniet ik ervan om veel contact te hebben met mensen die iedere dag met hart en ziel aan het werk zijn in de kinderopvang. Ik word daar normaal gesproken heel blij van. Blij van de professionaliteit, de liefde en de toewijding waarmee zij hun werk aanpakken.
Toch ben ik de laatste tijd na gesprekken met branchegenoten vaak ook een beetje verdrietig. Verdrietig én bezorgd. Nogal wat pedagogisch medewerkers die ik spreek geven namelijk aan dat zij overwegen om uit het vak te stappen. Niet omdat ze niet meer voor kinderen willen zorgen. Integendeel. Hun liefde voor kinderen is juist datgene wat hen nu nog in het vak houdt. Nee, het is de werkdruk die mensen de das omdoet.
Mensen die de kern van hun werk nog steeds leuk vinden maar vanwege de werkdruk afhaken: dat is heel erg zonde en maakt het probleem bovendien steeds groter. Laten we daarom proberen deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Het is een utopie om te denken dat we de komende tijd aanzienlijk meer pedagogisch medewerkers op de groepen kunnen hebben. Maar hoe zit dat met groepshulpen? Als we meer met groepshulpen kunnen gaan werken, dan worden de pedagogisch medewerkers bevrijd van taken die niet tot de kern van hun functie behoren. Groepshulpen ontlasten hen immers doordat ze allerlei niet-pedagogische taken verzorgen. Taken zoals het klaarmaken van voeding (lunch, fruithapjes, babyvoeding), lichte schoonmaakwerkzaamheden en het doorgeven van bestellingen bijvoorbeeld. Hoe mooi zou het zijn als we met een dergelijke ondersteuning van pedagogisch medewerkers hen voor het vak en de branche kunnen behouden? Ik teken daarvoor! Jij ook? Ik ben benieuwd naar jouw mening hierover!
Berry Vissers
Directeur Staffforkids
Ps: Het zijn niet alleen de pedagogisch medewerkers die wegens de werkdruk overwegen om de branche te verlaten. Ook van (locatie)managers hoor ik dat regelmatig. Zij hebben het gevoel dat ze 24/7 ‘aan’ staan vanwege de werkdruk en hun verantwoordelijkheden. Ook dat is zorgelijk. Maar dat is een onderwerp voor een volgende blog.